De EU-landen en het Europees Parlement hebben net op tijd overeenstemming bereikt over nieuwe regels voor begrotingstekort en staatsschuld. Lidstaten krijgen meer tijd om die af te bouwen en meer ruimte om ondertussen ook te investeren in bijvoorbeeld vergroening en digitalisering. Het principe-akkoord bezegelt een compromis tussen scherpslijpers als Nederland en Duitsland en soepeler rekenaars uit vooral Zuid-Europa.

De tijd drong voor de onderhandelaars, die voor hun principe-akkoord nog de instemming moeten krijgen van het voltallige parlement en de lidstaten. Als ze er niet snel uit waren gekomen, zou dat niet meer lukken voor de Europese verkiezingen in juni. Dan zou al het werk mogelijk weer helemaal over moeten.

De oude begrotingsregels EU werden nauwelijks gehandhaafd

De oude begrotingsregels waren onrealistisch, daarover zijn vriend en vijand het eens. Ze werden nooit echt gehandhaafd, ook al niet voordat ze voor de duur van de corona- en Oekraïne-crisis werden opgeschort.

Belangrijke lidstaten als Italië en Frankrijk hebben nog altijd een veel grotere staatsschuld dan de geoorloofde 60 procent van het bruto binnenlands product. Ook een maximaal begrotingstekort van 3 procent, met de plicht voor overschrijders om te bezuinigen, bleek te star.

De nieuwe regels zijn flexibeler en maken maatwerk mogelijk

De nieuwe regels zijn flexibeler en maken maatwerk mogelijk. Landen in het rood krijgen de tijd om weer financieel gezond te worden. Wie hervormingen doorvoert en geld steekt in het toekomstbestendig maken van de economie krijgt nog meer respijt.

Het Europees Parlement is nog altijd beducht voor het kapotbezuinigen van kwetsbare economieën en had voor zulke investeringen graag nog meer ruimte gemaakt. Maar aan het zwaarbevochten compromis van de EU-landen viel weinig meer te sleutelen zonder hen opnieuw, noodlottig, uit elkaar te spelen, kregen Europarlementariërs ingewreven.

LEES OOK: EU-landen akkoord over €50 miljard steun voor Oekraïne: Hongarije staakt verzet